'They call it Africa, We call it home'
20 november 2017 - Windhoek, Namibië
'They call it Africa, we call it home'
We kunnen het bijna niet geloven! Het is een bewolkte dag als we in de ochtend, bij goed licht, een luipaard zien sluipen. Een soepel bewegend jong vrouwtje met een prachtig gevlekte vacht. Deze dieren jagen bij voorkeur in de nacht en vertonen zich niet vaak overdag. Ze blijkt al een impala verwond te hebben en wacht nu op een kans om haar prooi bij de strot te pakken. De Etosha-gids die het tafereel zag, deelt zijn informatie vrijgevig en geeft ons de tip om bij een watertje iets verder te gaan staan in de hoop dat de impala, en dus ook het luipaard, daar langs zullen komen. En zo geschiede. Alsof we naar een National Geographic documentaire kijken. Eerst verschijnt een manke impala, niet lang daarna gevolgd door het luipaard die, vanaf een gevallen boom, eerst de situatie in ogenschouw neemt om vervolgens trefzeker haar slachtoffer te besluipen en te doden. We zijn overdonderd door de souplesse van het dier en de snelheid waarmee de jacht zich voltrekt. Dat het zicht op de finale sprong door de struiken gehinderd wordt, doet er voor ons helemaal niets toe. Om getuige te zijn van zo'n uniek schouwspel is voorrecht genoeg.
Als we Windhoek naderen horen we aan de eerste 'ping' op de telefoon dat we weer netwerk hebben. Een berichtje van KLM dat we over 48 uur kunnen inchecken. In het voorbijgaan zie ik dat de verkoper die kleurige vrachtwagentjes verkocht in de middenberm weer terug is. Dit keer met een ander assortiment. Spuuglelijke metalen flamingo's, wit met rode vegen, van zo'n 2 meter hoog. Opnieuw een wonderlijke keuze zo langs de snelweg en we zijn benieuwd hoeveel flamingo's er nog zullen staan als we in Maart terugkomen.
Het ondernemerschap in zuidelijk Afrika zet ons eigenlijk altijd wel voor een raadsel. Op de marktkramen in een rommelig modderig dorp ergens midden in Zambia worden, tussen de riekende platgeslagen gefrituurde vissen, mooi gevlochten manden uitgestald. Ed geeft onmiddellijk gas, mijn voorliefde voor dit soort handwerk kennende, waardoor ik de kans niet krijg om te bedenken hoe ik die leuke, maar heel onhandig te vervoeren boodschappenmanden, kan meenemen. Je krijgt hier doorgaans maar een keer de kans om je aankopen langs de weg te doen. Zag je gisteren tientallen emmers met sinaasappelen en had je er geen trek in dan heb je vandaag pech want er staan er alleen maar tomaten langs de weg. Dozen vol. Of groene kolen, keramieken oventjes, kookpotten, houten nijlpaarden. Er is van alles te koop, maar alleen voor de snelle beslissers.
We verwonderen ons erover hoe snel er twee maanden voorbij zijn gegaan vanaf het moment dat we aankwamen. De belevenissen met Sascha en Chris galmen nog na als we in Lower Zambezi aankomen. Vanaf Lusaka, dat op 1200 meter ligt, loopt er een geasfalteerde weg naar de grens met Zimbabwe (op 400 meter) waar we opnieuw veel zwaar vrachtverkeer tegenkomen. De combinatie van extreme regenval (er viel eerder in de week 110 mm regen in 24 uur), steile hellingshoek, veel lading en mager onderhoud is voor een aantal trucks teveel. We zien regelmatig wrakken en opengescheurde containers liggen. In sommige gevallen zien we dat de vracht nog geplunderd wordt en hoe graag ik me ook met dit soort zaken bemoei en precies wil weten wat er gebeurt; dit is echt niet de plaats om toe te geven aan mijn nieuwsgierigheid.
De laatste 70 km naar Lower Zambezi leggen we glibberend en slippend af over een weg met diepe modderkuilen en ook het park zelf blijkt slechter begaanbaar dan we hoopten. We worden getrakteerd op een fraai uitzicht over de Zambezi, indrukwekkende baobabs en tientallen olifanten en antilopen kruizen ons blubberige pad. We boeken de middag-'cruise', niets anders dan een aangenaam boottochtje over de rivier en vinden dat de nijlpaarden er dan nog groter uitzien dan vanuit de auto.
We zijn er inmiddels aan gewend dat we vrijwel alleen staan op de kampeerplekken die we aandoen. Als er al iemand staat wordt er gewoonlijk even kennis gemaakt en een praatje aangeknoopt. We appen met Beauty, die de boekingen beheert in Mudumu, een onbekend nationaal park, en krijgen onze favoriete campsite toegewezen aan de rivier. Families olifanten komen vlakbij drinken en badderen, voor ons stroopt een 5 meter lange krokodil het water af en vlak voor het donker zien we wilde honden een gnoe omsingelen. Hoe het afloopt zien we niet meer maar de volgende ochtend hangen de gieren in de lucht wellicht op zoek naar de laatste overblijfselen van de onfortuinlijke prooi. Als het donker invalt wordt het stil. Te stil. We horen geen gehinnik van de zebra's of het hoefgetrappel van de Roan- en Sabelantilopen. Zelfs de nijlpaarden maken hun gebruikelijke kabaal niet. We horen we alleen heel af en toe de roep van de bavianen. Ed stookt het kampvuur hoog op voor het eten en in de schaduw zien we een kleine kattensoort schuiven. Nadat we gegeten hebben zoeken we de veiligheid van onze daktent op. De volgende ochtend komen we een van de parkrangers tegen die vertelt dat er vlakbij verse leeuwensporen gevonden zijn. Dat was het dus waar wij een ongemakkelijk gevoel bij kregen.
Leeuwen zien we graag, maar dan wel vanuit de veiligheid van onze wagen. We trekken een paar dagen uit om naar Etosha te gaan, het park dat voor een groot deel bestaat uit de intrigerend verkleurende zoutpan. Het is er heet en kurkdroog. En we staan niet langer alleen. Langs ons trekt een colonne 'bucket-list' toeristen. Te hard rijdend in een gehuurde auto met ramen gesloten en airco op vol, op elkaar gepakt in een overland-truck of zelfs per hotelbus pf touringcar. Even een praatje maken zit er niet meer in. Gelukkig hebben de meesten haast, veel haast, om op tijd op de volgende bestemming te komen zodat we vanaf een uur of zeven in de ochtend de mooie plekken delen met een handjevol liefhebbers.
We krijgen een knuffel van de dame bij de ingang van Etosha die zich herinnert dat we hier eerder ook al waren. Een even vriendelijk welkom krijgen we bij de receptie als we informeren of er een kampeerplek vrij is op Namutoni, het meest oostelijke kamp in het park en we zijn blij verrast als ook een paar 'rangers' zich ons herkennen van eerdere zoektochten dit jaar naar groot wild. We worden ruim beloond voor onze speurtochten door het park. We vinden een leeuwin die, zichtbaar, net bevallen is en een laag fluisterende gebrul ten gehore geeft waar ze haar kroost mee lijkt te roepen. We zien een Cheetah moeder met twee opgroeiende jongen, een grote olifantenstier die ruim boven onze auto uittorent, leeuwinnen op jacht, zwarte neushoorns, nog meer leeuwen, dit keer met een pas gedode zebra, flamingo's, elegante giraffen, hyena's, kleine mongoosen, een schrikkerige Afrikaanse wilde kat en kleurige vogels in alle soorten en maten, die we met ons nieuwe vogelboek proberen te herkennen. En dan natuurlijk het bijzondere zicht op het jagende luipaard-vrouwtje.
Vol van de mooie momenten waarop moeder natuur zich van haar fraaiste kant laat zien zetten we, met lichte tegenzin, de neus van onze Troopy richting Windhoek. Mijn spijkerrokje laat zich inmiddels (door het stof) alleen nog maar parkeren in een hoek van de auto. Zonder om te vallen. Het is tijd is om naar huis te gaan. We nemen nog een laatste omweg zodat we ons ontbijt kunnen doen met zicht op de opgaande zon over de uitgestrekte zoutpan. Alsof het zo moet zijn vinden we bij een waterbron leeuwen die zich opwarmen in de vroege zon. Wat is een mooier afscheid dan een oude boterham met pindakaas en een beker thee terwijl de jongere leeuwen klieren met een stuk hout onder koninklijk toezicht van hun waakzame moeder. In het zonlicht lijkt ze naar ons te knipogen. Zij weet allang waarom wij ons hier zo thuis voelen. Zoals wij ons altijd thuis voelen als we onderweg zijn.
Hoe kan he ook anders na zo'n intensieve beleving van dit land met al jullie zintuigen.
Dank je wel Karin voor al je indrukwekkende verhalen én foto's.
Ook wij moeten wachten op het vervolg in Maart.
Een goede terugreis en thuiskomst! Wilma en Anton
Hele mooie foto,s
Erg leuk om te lezen en meegevoerd te worden in jullie belevenissen.
Dank voor het delen. Groet - Evert
Bedankt voor al jullie mooie verhalen en foto's we hebben er beide van genoten. En ik zou zeggen.....tot maart
Groetjes, Cor en Birgit