Brullend zand
13 april 2017 - Skeleton Coast, Namibië
Brullend zand
'Je reis begint pas als je comfortzone eindigt' zei iemand onderweg tegen ons. Als dat zo is, dan hebben we nog een hele reis voor de boeg.
We zijn toch wel wat gespannen als we aan de voorbereidingen beginnen voor onze trip in het noordwesten van Namibië. We hebben ons aangemeld bij ' Live the Journey', die als een van de weinigen toestemming heeft om de Skeletton Coast in te gaan, het meest beschermde deel van de Namib Naukluft woestijn dat eindigt bij de grens met Angola. Het is een ecologisch kwetsbaar gebied dat bekend is om de vele schepen die voor de kust schipbreuk leden. Voor de bemanning was er een onmogelijke keuze. Verdrinken in de woeste oceaan of verdorsten in de eindeloze duinen. '
Voordat we met de 'Life the Journey'-groep op stap gaan, resten ons nog een paar dagen. We besluiten de koelte op te zoeken in de Erongo Mountains maar niet voordat we Welwitchia plains en Spitzkoppe verkend hebben. De Welwitchia-planten zijn uniek voor de Namib Naukluft. Het is een merkwaardig gezicht om vanuit een omgeving die op de kaart de aanduiding ' maanlandschap' krijgt opeens op een vlakte te kijken waarin duizenden planten bloeien. Van afstand lijkt het net of er grote krabben op het zand liggen. De meeste planten zijn honderden jaren oud. De grootste zelfs al 1500 jaar.
Spitzkoppe wordt ook wel de Afrikaanse Matterhorn genoemd. Een ongenaakbare, 1700 meter hoge rotsformatie torent boven de omringende vlaktes uit. Door zijn karakteristieke structuur is deze gigant van afstand makkelijk te herkennen in de weidsheid die verder doorloopt naar Brandberg, de hoogste berg van Namibië. We kamperen op een bijzondere plek aan de basis van de machtige Spitzkoppe bij een temperatuur die voorzichtig de 40 graden aantikt. In de avond zet de maan de rotsen boven ons in een onwerkelijk rozig licht. Bij Brandberg zien we de volgende dag de temperatuur nog verder oplopen en we laten onze plannen varen om de 'divorce pass' te rijden, een pittige 4x4 route.
Tijd voor wat koelte in de bergen landinwaarts. We vinden Mount Etjo, een hoger gelegen plek met de mogelijkheid om te kamperen aan een meertje. Tot onze enorme verrassing blijken we te zijn beland in een beschermd gebied ter grootte van half Nederland, dat door de overheid gebruikt wordt om een populatie zwarte neushoorns te beschermen. Zelfstandig rondrijden hoort niet tot de mogelijkheden maar we mogen aan het eind van de middag met de ranger mee om op zoek te gaan naar dit bedreigde en licht ontvlambare dier. We vinden de giraffen, Hartman zebra's en verschillende antilopen al een traktatie als we uiteindelijk een kolossale zwarte neushoorn vinden. Heel even lijkt het er op dat hij de auto wil rammen. We horen ook de gids zijn adem inhouden. Gelukkig blijft 't bij wat geïrriteerd gesnuif en ceremonieel vegen van zijn voorpoten voordat deze tank het struikgewas weer instuift. Wat een verschil met zijn witte soortgenoot, die we niet veel later, als toegift, rustig zien grazen naast ons voertuig.
Langzaamaan wordt het tijd om terug te gaan naar Swakopmund, waar onze tour naar het noorden zal vertrekken. In het levendige Omaruru, waar we samen met de prachtig geklede, volumineuze Herero vrouwen bij de bakker staan, nemen we nog even de tijd om te appen, te bellen en te mailen bij een onverwacht moderne koffiebar. Na nog een avond in de laatste koelte van de Erongo Mountains rijden we door naar camping Alte Brucke, bij het strand van Swakopmund. Met
kampeerplekken keurig naast elkaar, een prima wasservice en andere uitgebreide voorzieningen lijkt het complex wel ontworpen voor het Duitse Centerparcs programma. Niet een plek waar we normaal gesproken te vinden zouden zijn maar wel erg handig als we ons zondagochtend vroeg, gepakt, gezakt en met volle tanks moeten melden bij onze gids.
We maken kennis met onze tochtgenoten die vanuit alle windstreken komen. Er zijn negen deelnemende auto's aangevuld met twee auto's voor onze gidsen. In de loop van de tocht blijkt dit bonte gezelschap aan fotografen, vogelaars, rokers, fanatieke 4x4 rijders, levensgenieters en controlefreaks een meer dan gezellige groep om overdag serieus de moeilijke passages mee te overbruggen en s avonds bij een biertje de dag nog eens dunnetjes over te doen. Onze kampeerplekken lenen zich daar overigens heel goed voor. Ze zijn zonder uitzondering uitzonderlijk te noemen. Altijd ergens in de ' the middle of nowhere'. Met uitzicht op de oceaan of omringd door metershoge zandduinen. Het helpt natuurlijk ook dat we een uitstekende kok treffen, die elke avond weer iets smakelijks op tafel zet
Met het uitreiken van de radio voor onderlinge communicatie begint de eerste lange etappe langs de kust naar Terrace Bay waar we voorlopig voor de laatste keer brandstof kunnen kopen. De totale route is ongeveer 1200 km. Eben, onze gids, beklemtoont nogmaals rekening te houden met een gemiddeld verbruik van 1 op 4 vanwege het ruige terrein dat we zullen doorkruizen. Met de extra kans om in Terrace Bay nog te tanken, gaan wij er vanuit dat onze tanks met een totale capaciteit van 300 liter toereikend moeten zijn. Normaal gesproken loopt onze zwaarbeladen Troopy als een zonnetje. Ook met zoveel brandstof, 100 liter water en twee reservebanden. We zijn niet helemaal gerust over zoveel gewicht in combinatie met diep zand en hoge zandduinen. Als we ontdekken dat we de enige auto zijn zonder turbo en ook nog eens, aan het eind van de dag bij Mowe Bay, als eerste vastlopen op het natte zand van het opkomend tij, lijkt de grens van onze comfortzone in zicht.
Laat ik eerst wat vertellen over wat ons , op papier, te wachten staat bij onze tocht door het noorden. De Namib Naukluft woestijn strekt zich uit van het uiterste zuiden van Namibië waar de Oranjerivier de grens vormt met Zuid Afrika tot het uiterste noorden waar de Kunene rivier de grens bepaalt met Angola. Deze twee rivieren zijn tevens twee van de weinigen waar het hele jaar water doorheen stroomt. In de meeste andere rivieren stroomt het water ondergronds en alleen bij hevige regenval vullen de beddingen zich snel en tijdelijk. De, op het eerste oog, droge rivierbeddingen herbergen de nodige valkuilen. De eerste auto houdt droge banden terwijl de derde auto in het spoor al het risico loopt door de ondergrond te zakken en vast te lopen in een zuigende modderdrab. Vooral als er eerder veel regen gevallen is, is het raadzaam om niet alleen op pad te gaan in dit terrein.
Zowel de boven- als de ondergrondse waterstromen nemen zand mee uit het binnenland die ze aan het eind van de rit in de oceaan uitspugen. De zee op haar beurt neemt het zand weer mee in haar noordelijke stroming om het zo'n zestig kilometer later weer op het strand achter te laten. Hier worden de korrels door de wind opgepakt en richting binnenland geblazen. Een duin is geboren. Soms wit, soms rood, afhankelijk van waar het zand oorspronkelijk vandaan komt. En dat gaat al 100 miljoen jaar lang zo. In de komende dagen zullen we merken welke rust een sereniteit er van dit indrukwekkende gebied uitgaat. Alsof je de gelegenheid krijgt om de betekenis van 'eeuwigdurend' te doorgronden. Het zet in ieder geval een kort moment je eigen nietigheid in het licht.
Hoe verder je naar het noorden gaat des te hoger de duinen worden. De route die wij de komende week gaan rijden is een 'ongeveer' route. Als we de hekken van Skeletton Coast achter ons laten is er nog een spoor door de lagere duinen. Als we eenmaal bij de kustlijn uitkomen is het spoor verdwenen en kunnen we niet anders dan het strand volgen dat, in ons geval, nat en papperig is vanwege de opkomende vloed. Uiteindelijk komen we uit bij de Kunene rivier, in het verste noorden, vanwaar we in een zigzag door de allerhoogste duinen een weg moeten zien te vinden. In Sossus vonden we eerder de duinen van 300 meter al hoog toen we comfortabel in onze auto door de vallei reden. Nu moeten we duinen op en af die tot aan 600 meter hoogte gegroeid zijn. Neem van mij aan dat als je bovenop een duin staat en je auto in een hoek van 60 graden naar beneden mag rijden dit ruim de grenzen van je comfortzone over gaat.
We leren onze auto steeds beter kennen. Na 80 km diep zand langs de kust, waarbij we krampachtig de vele dode zeehonden op het strand proberen te ontwijken ( lukt niet altijd) lopen we vast tegen het eerste hoge zandduin. In het zand is het zaak om met lage bandenspanning te rijden. Thuis rijden we met bandenspanning van ongeveer 3 bar. In het zand moet de lucht eruit tot de meter 1 bar of zelfs 0,8 bar aanwijst. Alsof je met vier lekke banden rijdt. Eigenwijs als we zijn, vonden we die ochtend dat onze banden te plat waren en pompten we ze iets op. Daarbij geen rekening houdend met de buitentemperatuur van 35 grdn waardoor de spanning in de loop van de ochtend nog iets oploopt. Het eerste duin blijkt een onneembare vesting. En dat doet pijn. Vooral als alle turbo's al boven staan. Beschaamd laten we op aangeven van de gids de banden verder leeglopen. En opeens staan we zonder probleem boven.
We leren dat onze Troopy het op de lange, diepe hellingen, na verloop van tijd erg warm krijgt. De oplossing vinden we in het vol opendraaien van de binnenverwarming waardoor de motor wat extra warmte kwijtraakt. Waarschijnlijk is er niemand die ooit met maximale verwarming in de hete woestijn rondgereden heeft. We worden goedmoedig geplaagd door een aantal van onze tochtgenoten. We vinden het prima. We raken gewend aan de hitte en onze Troopy tuft inmiddels gestaag en diep brommend de hoogste hellingen op. We zien de turbo's om ons heen nog wel eens worstelen, vastrijden en zich ingraven. Maar niet onze Troopy. Die spuugt in de achterhoede af en toe een grote zwarte wolk uit en komt tot veler verbazing weer vrolijk op de plaats van bestemming. Onze auto wordt respectvol 'Black Mamba' genoemd ( vanwege de zwarte walm) of ' Walsing Mathilda' als we met wiebelende heupen als laatste uit een uitgewoond spoor komen. We zijn eigenlijk ook wel een beetje trots als we aan het eind van de week van een aantal reisgenoten de trofee voor 'best presterende auto' krijgen. De prijs bestaat uit een zweterig T-shirt met de tekst 'Africa is not for Sissies' . Een mooiere prijs konden we zelf niet bedenken.
We maken kennis met de 'slip-face'. Aan het eind van een lange helling wacht zonder uitzondering een enorme diepte. Het moment dat je weet dat je naar beneden moet, je niet ziet waar je heen gaat en Ed de neus over het randje van de helling van meer dan vijftig graden stuurt is ijzingwekkend griezelig. Zo'n zware auto in het niets sturen geeft mij (letterlijk) ijshanden. Ed vindt het vooral spannend. De auto wordt vervolgens door het zand opgepakt en rolt als het ware naar beneden. Heb je het goede tempo te pakken dan hoor je het zand onder je brullen. Alsof het uit het binnenste van het duin komt. We doen tientallen 'slipfaces' maar helemaal wennen doet het nooit.
Uiteindelijk komen we via de 'Monster-dune' in de Hartman Valley. We zagen in de rode duinen de zaadpluizen al waaien die, dankzij de vele regen dit jaar, de voorbode vormen voor de prachtig zachtgroene vallei, omzoomd door hoge bergen. Giraffen en zebra's kruizen ons pad en we ontmoeten ook de eerste Himba- families, die nog traditioneel hun geiten en koeien in het gebied hoeden. We passeren Oranjedrum, Blauwdrum en Rooddrum. De gekleurde oliedrums, die al langer in het gebied staan, waren vroeger vooorzien van een noodvoorraad brandstof voor de Zuid Afrikaanse troepen die hier gelegerd waren in de oorlog met Angola. Nu dienen de drums vooral als baken. Een herkenningspunt in dit wilde en uitgestrekte deel van Namibië.
Voordat we via de kleine maar gemeen steile van Zyl's-pas ( het zusje van de grote van Zylpas) de vallei uitklimmen zien we een ' Lone-men' boven op de heuvel staan. Sinds een aantal jaren verschijnen er manshoge kunstig geconstrueerde beelden van metaal en steen in Kaokoland. De herkomst is een mysterie. Via Social media wisten we al dat er 31 beelden ergens moeten staan en wij zijn blij als we er uiteindelijk drie kunnen vinden.
We hopen nog op woestijnolifanten, een zeldzame soort die alleen hier voorkomt en opmerkelijk goed gedijt in de droogte. Eben, onze gids, zoekt de weg in Huarusib rivierbedding waar ze regelmatig worden gezien. Er is recentelijk een flashflood doorheen gedenderd waardoor de bodem nog onbetrouwbaar is. Je kunt nog zien met welke kracht het water de grote stenen en bomen willekeurig heeft neergesmeten. Het waait behoorlijk en de bedding krijgt een geheimzinnige uitstraling. Wij worden vooral getrakteerd op extra zand in onze oren, neus en auto. De olifanten treffen we niet. Die wachten op je tot je terugkomt, zegt Eben.
Serie over Skeletton Coast
Nog een paar weken en dan kan ik er weer 'live' van genieten.....
Prachtig!
We blijven ons met jullie nog een paar weken verbazen en verwonderen.
Het ga jullie goed!
Wilma en Anton
En wat een mooie campingplekken daar langs de kust in the middle of nowhere.
Ook een mooie plek bij Spitzkoppe. Herkenbaar als je er net bent geweest zoals wij.
Op naar nieuwe avonturen!
Liefs
Gowd gedaan toppers.
Enjoy
Heel erg spectaculair, wat zijn jullie toch beide kanjers! Diep respect wat jullie aandurven. Ik vond het echt spannend om te lezen en Karin ik moet zeggen dat je heel goed kan schrijven. Wat hebben jullie toch veel mooie herinneringen van deze vakantie.
Groetjes Cor en Birgit
Onwijs leuk stukje!! Chris en ik hebben gelachen om hoe de troopy zich door de woestijn heen worsteld daar.
En prachtige foto's!!
Groeten Sas en Chris